106 Synoniemen en alternatieve woorden voor delf

delf (zelfstandig naamwoord )

Definitie:

([[licht]]) [[middagmaal]] , lunch , middageten , middagmaal , noenmaal , twaalfuurtje , aangereden , aansluitingen , aanmerkingen , aanmerkingen , aangekomen , aangekomen , aangekomen , aangaat , aangezet , aangezet , aartsvaderlijk , aanspraaktest , achterwege , achterwege , achteren , achteren , access , accessen , af , af , af , afstanden , afstanden , afroep , afûk , afûk , afûk , afşin , afşin , afşin , afşar , afşar , afşar , afgevoerd , afgerond , agenten , alájar , alþing , alès , alía , alì , alénya , alçay-alçabéhéty-sunharett... , aléria , alésia , allesø , alån , alğa , alıç , alıca , alüto , alţâna , anekdotisch , staševica , staševica , staand , staand , strak , stijf , steeds , sta , sta , standen , standen , stink , stands , stands , balsemappel , dan , dan , danäe , danäe , danú , danú , dančanje , dančanje , dagâţa , dagâţa , daaromtrent , dagö , dagö , deugden , degelijk , dessen , hadden , hadden , hadden , hadden , hadden , hadden , hadden , hard , hard , had , had , had , had , had , had , had